Als een kind ergens naar kijkt, dan moeten allebei de ogen naar hetzelfde punt kijken.
Als dit niet goed gebeurt, fixeer je (kijken) disparaat (niet goed). De beelden van beide ogen kunnen op die manier niet goed samengevoegd worden in de hersenen en het zien wordt onduidelijk. Kinderen hebben dan last van wazig zicht of gedragen zich onrustig. Dat is te begrijpen, als je steeds bewegende beelden ziet ga je vanzelf meebewegen om het beeld rustig te krijgen.
Veel kinderen met lees-, schrijf- en leerproblemen hebben moeite met de visuele informatieopname en/of verwerking.
Dat er een link ligt tussen deze twee weten veel ouders en leerkrachten niet. Dikwijls zijn de ogen al een keer getest, zonder dat er iets afwijkends is ontdekt. Bij een standaardoogmeting wordt namelijk onderzocht of de ogen gezond zijn en of de gezichtsscherpte voor veraf in orde is. Natuurlijk is zo'n oogonderzoek belangrijk.
Maar minstens zo belangrijk is ook het onderzoek naar de kwaliteit van de samenwerking van de ogen en verwerking van de visuele informatie.
Als de groei van de visuele vaardigheden bij kleuters achterblijft, kan je dit herkennen aan:
- Concentratieproblemen
Uitgeblust uit school komen
Snel gefrustreerd zijn bij motorische activiteiten
Een slechte ontwikkeling van de grove en fijne motoriek
Angst voor klimmen, springen en ballen
Onrustig en druk zijn
Vanaf groep 3 zie je dan vaak de volgende problemen:
Fysieke onrust (voornamelijk tijdens het lezen en schrijven)
Aan het einde van een oefening slordiger schrijven en onlogische fouten maken
Te korte werkafstand (met de neus in het boek zitten, zie de foto)
Leesproblemen (ook onnodig lang bijwijzen)
Hoofdpijn
Branderige ogen
Wrijven in de ogen
Druk of juist dromerig zijn
Visuele disfuncties zie je ook terug bij middelbare scholieren, zonder dat dit wordt opgemerkt. Zeker de meer dan gemiddeld intelligente leerlingen kunnen, door het bedenken van ezelsbruggetjes, hun visuele zwakheid tot zelfs in de bovenbouw verborgen houden voor de buitenwacht.
Zo gebeurt het dat kinderen in de brugklas en 2e klas vreemde talen auditief (op het gehoor) aanleren. Ze vallen door de mand als ze zelfstandig moeten gaan werken. Dan heb je je visuele vaardigheden nodig en kunnen deze leerlingen het niet meer auditief compenseren.
Welke signalen geven zij af:
- Slordig en haast onleesbaar handschrift
- Concentratiegebrek
- Vage klachten zoals bijvoorbeeld hoofdpijn en wazig zien
- Leesproblemen
- Verminderde grove en fijne motoriek
- Snel vermoeid zijn
- Onrust, niet stil kunnen zitten
- We zien bij de gym: Bang voor de bal zijn, Onhandigheid zoals botsen. Hoogte-, en dieptevrees.
- We zien bij talen: Slordig, onleesbaar of houterig handschrift, wat bij langer schrijven steeds onduidelijker wordt. Leessnelheid blijft achter.
- Problemen met tekstbegrip.
- Spellingsproblemen. Moeiteloos langere ingewikkelde woorden schrijven en lezen, maar juist kleinere woorden (b.v. voegwoorden) overslaan.
- Motivatieproblematiek. Zwakke concentratie
We starten een traject altijd met een uitgebreide screening. Tijdens deze screening zoeken we naar de wortel van een probleem. Zodra we die gevonden hebben starten we meteen de begeleiding op.
Tijdens een screening bekijken we meestal:
* Leerstijl
* Dominantieprofiel
* Oogsamenwerking
* JaMaRa rekenen (mochten er rekenproblemen zijn)
* Reflexrestanten.
Na de screening plannen we maandelijks 1 afspraak in zodat je thuis voldoende tijd hebt om de oefeningen te herhalen.
Voor een overzicht van de investering verwijs ik je door naar deze pagina.